Hier zijn de verschillende gebroken streken van de Liu-stijl. Voor elke streek wordt een voorbeeld van een Chinees karakter gegeven. Op elke streek van elk karakter staat een nummer volgens de schrijfvolgorde van de streken van het karakter. Het nummer staat aan het begin van de streek.

Voorbeeld: streek nr. 11:

Sēng: boeddhistische monnik

Voorbeeld: streek nr. 3:

Bái: wit

Voorbeeld: streek nr. 2:

Guó: land

Voorbeeld: streek nr. 2:

Zhì: plaatsen

Voorbeeld: streek nr. 2:

Cǐ: dit

Voorbeeld: streek nr. 2:

Ān: vrede

Voorbeeld: streek nr. 5:

Shì: wereld

Voorbeeld: streek nr. 6:

Chén: minister

Voorbeeld: streken nr. 11 en 12:

Qū: regio

Voorbeeld: streek nr. 2:

Shān: berg

Voorbeeld: streek nr. 2:

Shuǐ: water

Voorbeeld: streek nr. 2:

Jīng: kanalen