Fytotherapie in de Chinese geneeskunde bestaat uit het toedienen van formules samengesteld uit plantendelen, mineralen en dierlijke delen. Het recept is meestal een afkooksel, maar het kan ook in de vorm van pillen, poeders, crèmes, tincturen, zalven of verbanden voorkomen.
De verschillende basisproducten, of ze nu plantaardig, dierlijk of mineraal zijn, zijn gecategoriseerd volgens hun aard en functies.
Hun aard onderscheidt hun smaak, hun warmte, het overeenkomstige meridiaanvat en hun toxiciteit.
Hun functie komt overeen met de concepten van de Chinese geneeskunde: warmte verdrijven, bloed versterken, yin tonifiëren, enz. Sommige van deze functies overlappen met de westerse geneeskunde: wormmiddel, diureticum, enz.
Een enkel element wordt zelden alleen gebruikt. De combinatie van verschillende elementen wordt een formule of recept genoemd. Deze formules worden niet willekeurig gemaakt. De meeste van deze samenstellingen zijn eeuwen geleden vastgesteld op basis van fundamentele symptomen. Het principe van deze samenstellingen is dat de verschillende elementen het gewenste effect van elk versterken en ongewenste effecten onderling opheffen.
Chinezen geven over het algemeen de voorkeur aan fytotherapie boven acupunctuur. Bovendien zijn sommige universitaire opleidingen gericht op acupunctuur of fytotherapie. Het combineren van beide therapieën kan de snelheid van verbetering aanzienlijk verhogen, maar helaas wordt dit niet vaak toegepast.