De Chinese geneeskunde is gebaseerd op een theorie die diep geworteld is in het traditionele Chinese denken. De leidraad van deze theorie is dat de mens dezelfde wetten volgt als het universum. Zo wordt het lichaam doorkruist door meridianen zoals de aarde door rivieren en beken. Het lichaam moet rusten zoals de natuur 's nachts, enz.
Hier zijn de verschillende elementen van de theorie van de Chinese geneeskunde:
- De theorie van yin en yang: de werkelijkheid kan worden verdeeld in twee tegenovergestelde maar complementaire aspecten. In de Chinese geneeskunde duiden yin en yang niet op twee strijdende krachten die om beurten winnen en verliezen, maar op twee complementaire entiteiten die samenwerken.
- De vijf fasen die traditioneel de vijf elementen worden genoemd: hout, vuur, aarde, metaal en water. Deze elementen volgen elkaar op in een cyclus van creatie en een cyclus van vernietiging. Om deze reden wordt er gesproken over fasen in plaats van elementen. In de Chinese geneeskunde verklaren deze vijf fasen de relaties tussen de organen, evenals hun relaties met emoties, voedsel en het gebruik van bepaalde acupunctuurpunten.
- De vijf organen en de zes ingewanden. In de Chinese geneeskunde gaat het niet alleen om de puur biologische functie van het orgaan, maar ook om de relaties met emoties, vloeistoffen, sensaties en andere delen van het lichaam.
- De adem (qi) die het lichaam activeert en beschermt.
- Bloed en lichaamsvloeistoffen (speeksel, tranen, enz.) in hun fysiologische functies.
- De meridianen die bloed en adem door het hele lichaam transporteren.
- De pathogene agentia in de Chinese geneeskunde zijn niet vergelijkbaar met ons concept van microben. Ze kunnen extern zijn zoals wind, kou, hitte, vocht, verwondingen, voedsel, enz., of intern, voornamelijk emoties.
- De ontwikkeling van de ziekte.
- De oorsprong van ziekten in de Chinese geneeskunde is voornamelijk een onevenwichtigheid tussen de verschillende bovengenoemde elementen.
- De principes van ziektepreventie. De Chinese geneeskunde hecht groot belang aan de aanpassing van levensstijlen aan de natuurwetten.